Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Duits Nederlands
  • ein Unglück = een ongeluk
  • selten = zelden
  • bitte schön = alstublieft
  • Tschüss = Doeg / Hoi
  • anfahren = aanrijden
  • die Fahrbahn = de rijweg
  • bremsen = remmen
  • passieren = gebeuren
  • das Bein = het been
  • anrufen = opbellen
  • das Mädchen = het meisje
  • weh tun = pijn doen
  • der Notarzt = de ambulance
  • schon = al