Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Duits Nederlands
  • der Test = de toets
  • abnehmen = opnemen
  • nachschauen = nakijken
  • schrecklich = verschrikkelijk
  • zuerst = eerst
  • die Nummer = het nummer
  • besuchen = bezoeken
  • am Apparat = aan de lijn