Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Duits Nederlands
  • der Familienname / der Nachname = de achternaam
  • mitmachen = meedoen / deelnemen
  • das Programm = het programma
  • der Austausch = de uitwisseling
  • darum = daarom
  • die Vegetarierin = de vegetariër
  • das Hobby = de hobby
  • die Hobbys = de hobby's
  • das Mädchen = het meisje
  • die Mädchen = de meisjes
  • arbeiten = werken
  • das Mofa = de brommer
  • fahren = rijden
  • zuhause = thuis
  • immer = altijd
  • das Schwesterchen = het zusje
  • zusammen = samen
  • toll = geweldig / super
  • die Straßenbahn = de tram
  • leider = helaas