EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Duits
ThiemeMeulenhoff
Salzgitter Heute
3 bands 3 vmbo-kgt
04 Kapital 14
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Duits
Nederlands
der Test
=
de toets
abnehmen
=
opnemen
nachschauen
=
nakijken
schrecklich
=
verschrikkelijk
zuerst
=
eerst
die Nummer
=
het nummer
besuchen
=
bezoeken
am Apparat
=
aan de lijn
das Gewitter
=
het onweer
der Schoß
=
de schoot
quatschen
=
kletsen
schwärmen
=
dwepen
verknallt sein
=
verliefd zijn
sich kennen
=
elkaar kennen
deshalb
=
daarom
die Gemeinsamkeit
=
de overeenkomst
die Gemeinsamkeiten
=
de overeenkomsten
das Alltägliche
=
de alledaagse dingen
plaudern
=
gezellig praten
der Nachbar
=
de buurman
trennen
=
scheiden
die Sehnsucht
=
het verlangen
der Bekannte
=
de kennis
kennen lernen
=
leren kennen
sich sehen
=
elkaar zien
sich treffen
=
elkaar ontmoeten
gut leiden können
=
gesteld zijn op
küssen
=
kussen
verabreden
=
afspreken
sich unterhalten
=
met elkaar praten
knutschen / schmusen
=
knuffelen
das Boot
=
de boot
segeln
=
zeilen
vergangen
=
vorig
das Kompliment
=
het compliment
die Party
=
het feest
der Mond
=
de maan
der See
=
het meer
beschäftigt
=
bezig
die Arbeit
=
het werk / de baan / het werk, de baan
Ende August
=
eind augustus
aufhängen
=
ophangen
vielleicht
=
misschien
hell
=
licht
die Brille
=
de bril
das Problem
=
het probleem
gute Laune haben
=
goedgehumeurd zijn
lustig
=
grappig
schlank
=
slank
die Haarfarbe
=
de haarkleur
der Typ
=
het type
neugierig
=
nieuwsgierig
das Benehmen
=
het gedrag
sich trauen
=
durven
achten auf
=
letten op
wenn ja
=
zo ja
bestimmt
=
zeker
die Mühe
=
de moeite
auffällig
=
opvallend
weil
=
omdat
das Zeichen
=
het teken
offen
=
openhartig
die Zeitschrift
=
het tijdschrift
ziehen
=
trekken
der Schritt
=
de stap
der Mut
=
de moed
es eilig haben
=
haast hebben
bestimmen
=
bepalen