EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Duits
De Uitgeversgroep
DUI 2 op B1-niveau
B1 - Deel Vrijetijdssector - 1e editie
DUI 2 Hoofdstuk 1
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Duits
Nederlands
ankreuzen
=
aankruisen
die Abholung
=
afhalen van gasten
die Flughafenabholung
=
afhalen van het vliegveld
die Beinfreiheit
=
de beenruimte
der Fahrplan
=
de dienstregeling bus/trein
der Flugplan
=
de dienstregeling vliegtuig
der Treff
=
de ontmoetingsbijeenkomst
der Transfer
=
de transfer
die Turbulenz
=
de turbulentie
zu neunt
=
met z’n negenen
der Gepäckkontrolleabschnitt
=
de bagage tag
beschädigt
=
beschadigd
kostenlos
=
gratis
der Inhalt eines Koffers
=
de inhoud van een koffer
die Inhaltsliste
=
de inhoudslijst
ausfüllen
=
invullen
die Farbe
=
de kleur
der Kurierdienst
=
de koeriersdienst
das Kofferband
=
de kofferband
der Gepäckverlust
=
het kwijtraken van de bagage
das Fundbüro
=
lost and found
mittransportieren
=
meenemen van bagage
umgehend
=
ommegaand
das Fehlen des Gepäcks
=
het ontbreken van de bagage
die Gepäckermittlung
=
het opsporen van de bagage
die Verlustmeldung/Schadensmeldung
=
de PIR
das Gepäckstück
=
het stuk bagage
das Sperrgepäck
=
de verboden bagage
verlorengegangenes Gepäck
=
zoekgeraakte bagage
buchen
=
boeken
die Ausflugsbestätigung
=
de bevestiging van de excursie
die Sehenswürdigkeiten
=
de bezienswaardigheden
tauchen
=
duiken
der Tauchausflug
=
de duikexcursie
die Vorab-Information
=
de informatie vooraf
der Morgentreff
=
de ochtendontmoeting
der Treffpunkt
=
het ontmoetingspunt
verlegen
=
verplaatsen/verschuiven
die Shoppingtour
=
de winkeltoer
am Steuer
=
achter het stuur
aufrunden
=
afronden bij betalen
die Panne
=
de autopech
das Knöllchen
=
de bekeuring/bon
die Kurve
=
de bocht
das Bußgeld
=
de boete
das Trinkgeld
=
de fooi
der Falschparker
=
de foutparkeerder
die Parkregeln
=
de parkeerregels
die Polizeistation
=
de politiepost
die Promillegrenze
=
de promillagegrens
Regeln beachten
=
regels in acht nemen
der entgegenkommendeWagen
=
de tegenligger
hupen
=
toeteren van auto
landestypisch
=
typisch voor het land
die Urlaubskasse
=
de vakantiekas
das Vergehen
=
het vergrijp
die Anschnallpflicht
=
de verplichting om de gordels vast te maken
die Parkkralle
=
de wielklem
der Sünder
=
de zondaar