EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Duits
De Uitgeversgroep
Duits A1
A1 - Deel Vrijetijdssector - 1e editie
DUI 0 Hoofdstuk 12
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Duits
Nederlands
Womit kann ich Ihnen helfen?
=
Waarmee kan ik u helpen?
Haben Sie reserviert?
=
Heeft u gereserveerd?
Haben Sie ein Zimmer reserviert?
=
Heeft u een kamer gereserveerd?
ein Einzelzimmer
=
een eenpersoonskamer
ein Doppelzimmer
=
een tweepersoonskamer
ein Dreibettzimmer
=
een driepersoonskamer
ein ruhiges Zimmer
=
een rustige kamer
ein ruhiges Zimmer mit Balkon
=
een rustige kamer met balkon
die Suite
=
de suite
mit Dusche, bad, wc
=
met douche, bad, wc
Können Sie dieses Formular ausfüllen?
=
Kunt u dit formulier invullen?
das Anmeldeformular
=
het aanmeldingsformulier
sicher / natürlich
=
natuurlijk
die Zimmernummer
=
het kamernummer
Wo befindet sich unser Zimmer?
=
Waar ligt onze kamer?
im dritten (3.) Stock
=
op de derde verdieping
im fünften (5.) Stock
=
op de vijfde verdieping
Herzlichen Dank
=
Dank u
Gern geschehen.
=
Graag gedaan.
Sprechen Sie Deutsch?
=
Spreekt u Duits?
Wie heißen Sie? ? Wie ist Ihr Name?
=
Hoe is uw naam?
Können Sie das wiederholen?
=
Kunt u dat herhalen?
Wie lange wollen / möchten Sie bleiben?
=
Hoe lang wilt u blijven?
drei Tage
=
drie dagen
eine Woche
=
een week
zwei Wochen
=
twee weken
das Frühstück
=
het ontbijt
Wann kann ich frühstücken?
=
Wanneer kan ik ontbijten?
inklusive / einschließlich
=
inclusief
zwischen 7.00 und 9.30 Uhr
=
tussen 7.00 en 9.30 uur
Wieviel kostet das Frühstück?
=
Hoeveel kost het ontbijt?
€8,- pro Person
=
€8,- per persoon
Danke für die Auskunft.
=
Dank u voor de informatie.
Da müsste ich mal nachschauen.
=
Dat moet ik even nakijken.
Nein, leider ist alles belegt.
=
Nee, alles is helaas bezet.
Mein Name ist…
=
Mijn naam is…
Vollpension
=
volpension
Halbpension
=
half pension
Übernachtung mit Frühstück
=
logies / ontbijt
pro Zimmer / pro Person
=
per kamer / per persoon
Dieses Zimmer kostet…
=
Deze kamer kost…
Das ist in Ordnung.
=
Dat is goed.
Das ist in Ordnung. Da ist OK.
=
Dat komt in orde.
Der Parkplatz ist...
=
De parkeerplaats is…
vor dem Hotel
=
voor het hotel
hinter dem Hotel
=
achter het hotel
ein Zimmer zur Gartenseite
=
een kamer aan de tuinzijde
ein Zimmer zur Seeseite
=
een kamer aan het meer
das Zusatzbett
=
het extra bed
das Hallenbad
=
het binnenzwembad
das Kellergeschoss
=
de kelder
die Treppe
=
de trap afgaan
der Fahrstuhl / der Aufzug
=
de lift
auf dem Parkplatz
=
op de parkeerplaats
die Ankunft
=
de aankomst
die Abreise
=
het vertrek
das Sonderangebot
=
de speciale aanbieding
die Hoteldaten
=
de hotelgegevens
die persönlichen Daten
=
de persoonlijke gegevens