EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Duits
De Uitgeversgroep
Sander
Basisschool - Leerjaar 10 - Deel 1980 - 7e editie
Hoofdstuk 12.0 - In het hotel
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Duits
Nederlands
€ 8,- pro Person
=
€ 8,- per persoon
die Ankunft
=
de aankomst
das Anmeldeformular
=
het aanmeldingsformulier
die Mülleimer
=
de afvalbakken
das Hallenbad
=
het binnenzwembad
der Campingplatz
=
de camping
herzlichen Dank
=
dank u
die Treppe hinuntergehen
=
de trap afgaan
drei Tage
=
drie dagen
ein Dreibettzimmer
=
een driepersoonskamer
ein Zimmer zur Gartenseite
=
een kamer aan de tuinzijde
ein Zimmer zur Seeseite
=
een kamer aan het meer
ein Einzelzimmer
=
een eenpersoonskamer
exklusive
=
exclusief
das Zusatzbett
=
het extra bed
ein Familienzimmer
=
een familiekamer
gern geschehen
=
graag gedaan
Halbpension
=
half pension
die Hoteldaten
=
de hotelgegevens
inklusive / einschließlich
=
inclusief
WLAN
=
internet
die Zimmernummer
=
het kamernummer
das Kellergeschoss
=
de kelder
Übernachtung mit Frühstück
=
logies met ontbijt
mit Dusche, Bad, WC
=
met douche, bad, wc
natürlich
=
natuurlijk
das Frühstück
=
het ontbijt
im dritten (3.) Stock
=
op de derde verdieping
auf dem Parkplatz
=
op de parkeerplaats
im fünften (5.) Stock
=
op de vijfde verdieping
die öffentlichen Verkehrsmitteln
=
het openbaar vervoer
das Parkhaus
=
de parkeergarage
pro Zimmer / pro Person
=
per kamer / per persoon
die persönlichen Daten
=
de persoonlijke gegevens
der Speisesaal
=
het restaurant
ein ruhiges Zimmer mit Balkon
=
een rustige kamer met balkon
das Sonderangebot
=
de speciale aanbieding
die Suite
=
de suite
zwischen 7.00 und 9.30 Uhr
=
tussen 7.00 en 9.30 uur
zwei Wochen
=
twee weken
ein Doppelzimmer
=
een tweepersoonskamer
die Abreise
=
het vertrek
Vollpension
=
volpension
Wie ist Ihr Name?
=
Wat is uw naam?
eine Woche
=
week, een