EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Duits
Scholar VOF
Beruf im Tourismus
A2 - Deel A2
Hoofdstuk 7 - Das Reisebüro, Seite 167 - die Wörter 51 - 100 ->
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Duits
Nederlands
der Reisebus
=
de touringcar
der Luxusreisebus
=
de luxe touringcar
der Chauffeur
=
de chauffeur
der Zug
=
de trein
die Eisenbahn
=
de spoorwegen
der Hauptbahnhof
=
het centraal station
die Verbindung
=
de verbinding
der Fahrplan
=
het spoorboekje
die Abfahrt
=
het vertrek
die Ankunft
=
de aankomst
ab
=
vanaf
das Gleis
=
het spoor
der Bahnsteig
=
het perron
die Fahrkarte / der Fahrschein
=
het treinkaartje
das Ticket
=
het ticket
erste, zweite Klasse
=
1e, 2e klas
der Wagen
=
de wagon
der Zuschlag
=
de toeslag
entwerten
=
afstempelen
einfach
=
enkele reis
hin und zurück
=
retour
die Rückfahrkarte
=
het retourkaartje
einsteigen
=
instappen
umsteigen
=
overstappen
aussteigen
=
uitstappen
der Speisewagen
=
de restauratiewagen
der Schlafwagen
=
de slaapwagen
die Durchsage
=
het omroepbericht
sich beeilen
=
zich haasten
verpassen
=
missen
fliegen
=
vliegen
der Flug
=
de vlucht
das Flugzeug
=
het vliegtuig
der Flughafen
=
het vliegveld
die Fluggesellschaft
=
luchtvaartmaatschappij
die Startzeit
=
de vertrektijd
die Landezeit
=
de aankomsttijd
der Ablug
=
het vertrek van het vliegtuig
landen
=
landen
der Passagier
=
de passagier
der Eincheckschalter
=
het incheckloket
das Reisedokument
=
het reisdocument
das Flugticket / der Flugschein
=
het vliegticket
der Fensterplatz
=
de plaats aan het raam
die Bordkarte
=
de instapkaart
der Reisepass
=
het paspoort
der Personalausweis
=
de identiteitskaart
das Visum
=
het visum