EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Duits
Scholar VOF
Deutsch A1, bitte!
A1 - Deel A1
Hoofdstuk 5 - das Auslandspraktikum, Aufgabe 5.22
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Duits
Nederlands
die EC-Karte
=
het bankpasje
ein bisschen
=
een beetje
verstehen, begreifen
=
begrijpen
das Brötchen
=
het broodje
das Geschenk
=
het cadeautje
vorgestern
=
eergisteren
die Etage, der Stock
=
de etage
die Exkursion
=
de excursie
der Geldautomat
=
de geldautomaat
gesund
=
gezond
die Grippe
=
de griep
leider
=
helaas
husten
=
hoesten
das Fieber
=
de koorts
die Stunde
=
het lesuur
hell
=
licht (helder)
leicht
=
licht (niet zwaar) / makkelijk
die PIN-Nummer
=
het nummer van de pinpas
die Portion
=
de portie
die Pinnwand
=
het prikbord
der Reis
=
de rijst
zusammen
=
samen
die Schuhe
=
de schoenen
Mahlzeit! Guten Appetit!
=
Smakelijk (eten)!
das Spielzeug
=
het speelgoed
ein Praktikum machen
=
stage lopen
zu Hause bleiben
=
thuis blijven
die Zwiebel
=
de ui
der Ausflug
=
het uitstapje
die Erkältung
=
de verkoudheid
finden
=
vinden
schrecklich
=
vreselijk
krank
=
ziek
Lust haben
=
zin hebben
die Soße
=
de saus