Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Duits Nederlands
  • ADAC (Deutschland) = ANWB (Nederland)
  • die Anzahl = het aantal
  • die Ausfahrt = de uitrit
  • die Autopanne = de autopech
  • bremsen = remmen
  • die Burg = de burcht
  • erstens = op de eerste plaats
  • der Führerschein = het rijbewijs
  • das Gepäck = de bagage
  • gesperrt = geen doorgang
  • das Handgepäck = de handbagage
  • die Kreuzfahrt = de cruise
  • die Mautstraße = de tolweg
  • der PKW = de personenauto
  • die Raststätte = het wegrestaurant
  • der Raum = de ruimte
  • der Reisebus = de touringcar
  • der Rhein = de Rijn
  • die Schlagzeile = de krantenkop
  • sicher = veilig
  • der Sitz = de zitplaats
  • sonst = anders
  • der Spaß = het plezier
  • Spurrillen = spoorvorming
  • der Stau = de file
  • der Strafzettel = de bekeuring
  • die Tankstelle = het pompstation
  • die Umleitung = de wegomlegging
  • der Unfall = het ongeluk
  • das Verkehrsschild = het verkeersbord
  • verletzt = gewond
  • vorübergehend = tijdelijk
  • verpassen = missen
  • die Werkstatt = de garage
  • zweitens = op de tweede plaats