EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Duits
Scholar VOF
Deutsch A1, bitte!
A1 - Deel A1
Hoofdstuk 4 - die Stadt, Aufgabe 4.35 D-N ->
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Duits
Nederlands
die Beilage
=
het bijgerecht
besetzt
=
bezet
die Bettwäsche
=
het beddegoed
die Birne
=
de peer
die Drogen
=
de drugs
einladen
=
uitnodigen
einmalig
=
eenmalig, uniek
empfehlen
=
aanbevelen
entfernt
=
verwijderd
die Erdbeere
=
de aardbei
das Erdgeschoss
=
de begane grond
die Essecke
=
de eethoek
auswärts essen
=
uit eten
faul (Obst)
=
rot (fruit)
der Fruchtsaft
=
het vruchtensap
gemischt
=
gemengd
die Gewürze
=
de kruiden
die Größe
=
de grootte
der Grundriss
=
de plattegrond (woning)
das Hallenbad
=
het binnenbad
die Hauptspeise
=
het hoofdgerecht
die Lage
=
de ligging
die Nachspeise
=
het nagerecht
in der Nähe
=
in de buurt
das Obst
=
het fruit
der Quadratmeter
=
de vierkante meter
roh
=
rauw
die Sahne
=
de slagroom
die Saison
=
het seizoen
der Sekt
=
de (Duitse) champagne
die Sicherheit
=
de veiligheid
stimmt so!
=
laat u maar zitten!
das Trinkgeld
=
de fooi
vorher
=
van tevoren
die Vorspeise
=
het voorgerecht
das Weizenbier
=
het witbier
zum Wohl
=
Gezondheid!