Team Deutsch - Deel 3

Woordenlijsten Team Deutsch deel 3

Hier vind je de woordenlijsten van Team Deutsch van Intertaal.

Leer de woordjes makkelijk met Wozzol.

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Duits Nederlands
  • die Kaffeemaschine = het koffiezetapparaat
  • der Mikrowellenherd = de magnetron
  • der Staubsauger = de stofzuiger
  • die Spülmaschine = de vaatwasser
  • das Bügeleisen = het strijkijzer
  • der Apparat = het apparaat
  • der Rasierapparat = het scheerapparaat
  • staubsaugen = stofzuigen
  • die Wäsche = de was
  • bügeln = strijken
  • die Wäsche bügeln = de was strijken
  • die Wäsche waschen = de was doen
  • sich rasieren = zich scheren
  • automatisch = automatisch
  • das Geschirr = het servies
  • das Geschirr spülen = de vaat doen
  • die Brotschneidemaschine = de broodsnijmachine
  • der Wasserkocher = de waterkoker
  • ausfallen = uitvallen
  • Wenn der Strom ausfällt, funktioniert der Kühlschrank nicht. = Als de stroom uitvalt, doet de koelkast het niet.
  • der Aufsatz = het opstel
  • dafür sein = ervoor zijn
  • Ich bin dafür, dass … = Ik ben ervoor dat …
  • dagegen sein = ertegen zijn
  • Ich bin dagegen, dass … = Ik ben ertegen dat …