Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Duits Nederlands
  • der Schalter = de balie
  • das Gate/der Ausgang = de gate
  • der Schein = de bon
  • die Gültigkeit des Reisepasses = de geldigheid van de pas
  • die Bodenstewardess = de grondstewardess
  • die Nummer = het nummer
  • die Ansage = de omroep
  • ansagen = omroepen
  • der Aufruf = de oproep
  • den Reisepass kontrollieren = de pas controleren
  • der Flugsteig = de pier
  • die Sitzreihe = de rij
  • der Finger/die Fluggastbrücke/die Gangway = de slurf
  • rollen = taxiën
  • der Transferschalter = de transferbalie
  • der Abflug = het vertrek van het vliegtuig
  • die Verspätung = de vertraging