Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Duits Nederlands
  • außer = behalve
  • erklären = uitleggen
  • gehören zu = horen bij
  • neben = naast
  • stattfinden = plaatsvinden
  • unten = beneden
  • vor allem = vooral
  • das Ziel = het doel