Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Duits Nederlands
  • bereits = al
  • denn = want
  • dennoch = toch, echter
  • jedoch = echter
  • obwohl = hoewel
  • quer = dwars
  • schwach = zwak
  • sterben = overlijden, sterven
  • der Termin = de afspraak
  • verschieben = verschuiven, verzetten
  • wunderbar = heerlijk
  • zum Beispiel = bijvoorbeeld