Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Duits Nederlands
  • bequem = gemakkelijk, comfortabel
  • die Ecke = de hoek
  • einziehen = verhuizen naar
  • knapp = schaars, krap
  • der Kunde = de klant
  • das Mietshaus = het huurhuis
  • praktisch = handig
  • der Rabatt = de korting
  • der Raum = het vertrek, de ruimte
  • trotz = ondanks
  • umziehen = verhuizen
  • die Werbung = de reclame