Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Duits Nederlands
  • anhalten = stoppen
  • der Brauch = de gewoonte
  • brutal = wreed
  • fließend = vloeiend
  • der Forscher = de onderzoeker
  • frech = ondeugend
  • grau = grijs
  • hauen = slaan
  • die Herangehensweise = de aanpak
  • sich herausstellen = blijken
  • hervorragend = uitstekend
  • heutzutage = tegenwoordig
  • das Hirn = de hersenen
  • die Körpersprache = de lichaamstaal
  • niemals = nooit
  • die Sicherheitsvorkehrung = de veiligheidsmaatregel
  • verklagen = aanklagen
  • verrückt = gek