EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Duits
ThiemeMeulenhoff
ZugSpitze
VWO - Leerjaar 4 - 1e editie
VWO 4 - Schritt 6
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Duits
Nederlands
der Abfall
=
het vuilnis
der Abfalleimer
=
de vuilnisemmer
abgeben
=
inleveren
anmachen
=
aandoen (apparaat)
aufstehen
=
opstaan
ausfüllen
=
invullen
ausmachen
=
uitdoen (apparaat)
beachten
=
in acht nemen, zich houden aan
beleidigen
=
beledigen
bitten
=
verzoeken
drinnen
=
binnen
die Durchsage
=
de omroep
die Durchsagen
=
de omroepen
erlauben
=
toestaan
die Erlaubnis
=
de toestemming
früh
=
vroeg
gegen
=
tegen
frech
=
brutaal
höflich
=
beleefd
der Lärm
=
het lawaai
laufen
=
lopen
putzen
=
schoonmaken
rauchen
=
roken
sauber
=
schoon
schmutzig
=
vies
verbieten
=
verbieden
das Verbot
=
verbod
die Verbote
=
verboden
versprechen
=
beloven
tagsüber
=
overdag
duzen
=
jijzeggen
siezen
=
u-zeggen
morgens, am Morgen
=
‘s morgens
vormittags, am Vormittag
=
’s ochtends
nachmittags, am Nachmittag
=
’s middags
abends, am Abend
=
’s avonds
nachts, in der Nacht
=
’s nachts
um Mitternacht
=
om middernacht