EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Duits
Scholar VOF
Deutsch & Beruf, Hotel en Gast
Aufgabe 1.14-1 (D-N)
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Duits
Nederlands
aushändigen
=
overhandigen
längst
=
allang
die Fluglinie
=
de luchtvaartmaatschappij
üblich
=
gebruikelijk
oft - öfter
=
vaak - vaker
nutzen
=
gebruiken
erhalten
=
krijgen
die Textnachricht
=
het smsje, het WhatsAppberichtje
bestätigen
=
bevestigen
die Ausgabe
=
de uitgave (geld), de afgifte (b.v. sleutel)
die Verzögerung
=
de vertraging
die Daten
=
de gegevens (v. personen), de data (bij tijdstippen)
prüfen
=
controleren
die Serviceleistungen
=
de dienstverlening
die Eingabe
=
het invoeren (v. gegevens op een computer)
das Zimmer beziehen
=
naar de kamer gaan
der Beleg
=
het betaalbewijs
ausdrucken
=
(uit-)printen
die Klimaanlage
=
de airco
das Bedürfnis
=
de behoefte