EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Duits
Scholar VOF
Deutsch & Beruf, Hotel en Gast
Aufgabe 1.23 (N-D)
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Duits
Nederlands
Was für ein(e) ...?
=
wat voor een ...?
wie viel
=
hoeveel
frei haben
=
vrij hebben
das Bad (“-er)
=
het bad
die Dusche (-n)
=
de douche
der Zimmerpreis (-e)
=
de kamerprijs
betragen (u-a)
=
bedragen
inklusive / einschließlich
=
inclusief
exklusive / ausschließlich
=
exclusief
das Frühstücksbuffet (-s)
=
het ontbijtbuffet
einverstanden
=
akkoord
ausfüllen
=
invullen (formulier)
ob
=
of (als voegwoord)
der Vorname (-n)
=
de voornaam
der Familienname (-n), der Nachname (-n)
=
de achternaam
das Geburtsdatum (-en)
=
de geboortedatum
die Reisepassnummer (-n)
=
het pasnummer
die Adresse (-n)
=
het adres
der Wohnort (-e)
=
de woonplaats
die Unterschrift (-en)
=
de handtekening
Gute Nacht!
=
Goedenacht!