Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Duits Nederlands
  • das Ziel = de bestemming
  • der Wettbewerb = de wedstrijd
  • der Krieg = de oorlog
  • vermissen = missen
  • sauber = schoon
  • das Schicksal = het lot
  • unbedingt = beslist
  • der Dialekt = het dialect
  • scheitern = falen
  • die Mülltrennung = het scheiden van afval
  • atemberaubend = adembenemend
  • die Vielfalt = de diversiteit
  • anziehend = aantrekkelijk
  • unvergesslich = onvergetelijk
  • überraschen = verrassen
  • mieten = huren
  • abstellen = neerzetten
  • das Parkhaus = de parkeergarage
  • beliebig = willekeurig
  • üblich = gebruikelijk