Anglia

Anglia

Woordjes leren voor het Anglia-examen doe je met Wozzol! Voor de Anglia niveaus First Step, Junior, Primary en Preliminary zijn er woordenlijsten. Ga voor meer informatie over Anglia naar: www.anglianetwork.eu.

 

 

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • tree = boom
  • grass = gras
  • flower = bloem
  • steak = biefstuk
  • salad = salade
  • pizza = pizza
  • omelette = omelet
  • milk = melk
  • lunch = lunch
  • juice = sap
  • ice cream = ijsje
  • hot dog = hot dog
  • hamburger = hamburger
  • fish = vis
  • dinner = diner
  • cake = taart
  • breakfast = ontbijt
  • biscuits = koekjes