Anglia

Anglia

Woordjes leren voor het Anglia-examen doe je met Wozzol! Voor de Anglia niveaus First Step, Junior, Primary en Preliminary zijn er woordenlijsten. Ga voor meer informatie over Anglia naar: www.anglianetwork.eu.

 

 

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • weekend = weekeind
  • Wednesday = woensdag
  • watch = horloge
  • Tuesday = dinsdag
  • trousers = broek
  • trainers = gympen
  • tie = stropdas
  • Thursday = donderdag
  • T-shirt = T-shirt
  • Sunday = zondag
  • socks = sokken
  • shoes = schoenen
  • shirt = overhemd
  • Saturday = zaterdag
  • Monday = maandag
  • jeans = spijkerbroek
  • jacket = jasje
  • hat = hoed
  • Friday = vrijdag
  • dress / skirt = jurk
  • coat = jas
  • boots = laarzen