Anglia

Anglia

Woordjes leren voor het Anglia-examen doe je met Wozzol! Voor de Anglia niveaus First Step, Junior, Primary en Preliminary zijn er woordenlijsten. Ga voor meer informatie over Anglia naar: www.anglianetwork.eu.

 

 

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • love from ... = liefs van ...
  • Dear John, = Beste John,
  • That is a circle. = Dat is een cirkel.
  • This is a square. = Dit is een vierkant.
  • Can I have two sweets? = Mag ik twee snoepjes?
  • Can I have the butter? = Mag ik de boter?
  • foot - feet = voet - voeten
  • glass - glasses = glas - glazen
  • story - stories = verhaal - verhalen
  • watch - watches = horloge - horloges
  • dress - dresses = jurk - jurken
  • sheep - sheep = schaap - schapen
  • fox - foxes = vos - vossen
  • party - parties = feest - feesten
  • child - children = kind - kinderen
  • woman - women = vrouw - vrouwen
  • man - men = man - mannen
  • box - boxes = doos - dozen
  • book - books = boek - boeken
  • eleven forty-five = kwart voor twaalf
  • a quarter to two = kwart voor twee
  • half past ten = half elf
  • twenty past one = twintig over een
  • ten fifteen = kwart over tien