Anglia

Anglia

Woordjes leren voor het Anglia-examen doe je met Wozzol! Voor de Anglia niveaus First Step, Junior, Primary en Preliminary zijn er woordenlijsten. Ga voor meer informatie over Anglia naar: www.anglianetwork.eu.

 

 

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • (to) make = maken
  • (to) look = eruit zien
  • (to) live = leven
  • (to) listen = luisteren
  • (to) like = aardig vinden
  • he is = hij is
  • you have = jullie hebben
  • she has = zij heeft
  • (to) go = gaan
  • (to) get up = opstaan
  • (to) eat = eten
  • (to) drive = rijden
  • (to) drink = drinken
  • (to) do = doen
  • (to) cook = koken
  • (to) clean = schoonmaken
  • (to) can = kunnen
  • (to) buy = kopen
  • we are = wij zijn
  • they are = zij zijn
  • I am = ik ben