Anglia

Anglia

Woordjes leren voor het Anglia-examen doe je met Wozzol! Voor de Anglia niveaus First Step, Junior, Primary en Preliminary zijn er woordenlijsten. Ga voor meer informatie over Anglia naar: www.anglianetwork.eu.

 

 

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • wind = wind
  • umbrella = paraplu
  • sun = zon
  • snow = sneeuw
  • sky = lucht
  • rainbow = regenboog
  • rain = regen
  • hurricane = orkaan
  • hot = heet
  • fog = mist
  • cold = koud
  • clouds = wolken
  • yesterday = gisteren
  • tonight = vanavond
  • tomorrow = morgen
  • today = vandaag
  • ten to four = tien voor vier
  • next Monday = volgende maandag
  • morning = ochtend
  • last week = vorige week
  • last night = gisteravond
  • half past four = half 5
  • four ten / ten past four = tien over vier
  • four fifteen / (a) quarter past four = kwart over vier
  • evening = avond
  • afternoon = middag
  • (a) quarter to four = kwart voor vier