Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • fascinating / thrilling = fascinerend
  • hilarious = heel grappig/hilarisch
  • delighted = opgetogen
  • huge = enorm
  • enormous = kolossaal
  • terrible = vreselijk
  • awful = afschuwelijk
  • tiny = piepklein
  • minute = gering
  • boiling = bloedheet
  • freezing = ijskoud
  • great = geweldig
  • fantastic = fantastisch
  • wonderful = voortreffelijk
  • brilliant = uitstekend
  • amazing = verbazingwekkend
  • miserable = ongelukkig
  • terrified = doodsbang
  • very = zeer
  • really = heel
  • absolutely = zonder meer
  • to do an experiment = een experiment uitvoeren
  • to make your way = zich begeven
  • to make sense = begrijpelijk zijn/logisch zijn
  • to make time = tijd vrijmaken
  • to make money = geld verdienen
  • to do housework = huishoudelijk werk doen
  • to float = drijven
  • apparently = kennelijk
  • to support = ondersteunen
  • concerned = bezorgd
  • disbelief = ongeloof
  • spectator = toeschouwer
  • onlooker = kijker
  • fake = nep
  • illusion = illusie