EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Engels
De Uitgeversgroep
ENG A2 HOM
A2 - 1e editie
Hoofdstuk 5.0 - Nagerechten en ontbijtgerechten
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Engels
Nederlands
Cheese cake
=
Kwarktaart
Chocolate Brownie
=
Chocolade cakeje
Apple pie
=
Appeltaart
Cherry pie
=
Kersentaart
Strawberry pie
=
Aardbeientaart
Cheese- board
=
Kaasplankje
Ice-cream
=
IJs
Gingerbread
=
Gemberkoek/cake
Continental breakfast
=
Europees ontbijt
English breakfast
=
Engels ontbijt
Rolls
=
Broodjes
(Currant)buns
=
Krentenbollen
Croissant
=
Croissant
French loaf
=
Stokbrood
Sliced bread
=
Sneedjes brood
Wholemeal bread
=
Volkoren brood
Rusks
=
Beschuiten
Boiled eggs
=
Gekookte eieren
Fried egg, sunny-side up
=
Spiegelei met hele dooier
Fried egg, easy-over
=
Dubbel gebakken ei
Poached egg
=
Gepocheerd ei
Scrambled eggs
=
Roereieren
Bacon
=
Gebakken spek
Bacon and eggs
=
Gebakken spek met eieren
Grilled tomatoes
=
Gegrilde tomaten
Sausages
=
worstjes
Baked beans
=
Witte bonen in tomatensaus
Kippers
=
Bokking
Bloaters
=
Gerookte haring
Havermoutpap
=
Porridge
Cereals
=
Graanproducten (muesli, cornflaces, etc)
Cottage cheese
=
Kwark
Yogurt
=
Yoghurt
Seasonal fresh fruits
=
Vers fruit van het seizoen
Preserves
=
Zoet beleg
Jam
=
Jam
Marmalade
=
Marmelade
Peanut butter
=
Pindakaas
Milk
=
Melk
Buttermilk
=
Karnemelk
Tea
=
Thee
Coffee
=
Koffie
(Decaf)feinated coffee
=
Cafeïnevrije koffie
Fresh orange juice
=
Vers sinaasappelsap
Grapefruit juice
=
Grapefruitsap
Tomato juice
=
Tomatensap