Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • affordable = betaalbaar
  • amenities = voorzieningen
  • approximately = ongeveer
  • arrange = regelen
  • assess = beoordelen
  • assist = assisteren
  • availability = beschikbaarheid
  • bargain = koopje
  • boast = beschikken over
  • brownstone = bruin zandsteen
  • collect = innen
  • community = gemeenschap, gemeente
  • contemporary = hedendaags
  • convenient = gemakkelijk
  • decorated = afgewerkt
  • design (to) = ontwerpen
  • district = wijk
  • downtown = binnenstad
  • economical = voordelig, zuinig
  • establishment = vestiging
  • explore = verkennen
  • fan = ventilator
  • furnishing = meubilair
  • itinerary = reisschema
  • laundry = wasserij
  • maintain = onderhouden
  • marina = jachthaven
  • merchandise = handelswaar
  • overall = algeheel
  • prestigious = gezaghebbend, veel aanzien hebbend
  • provide = geven, verlenen
  • proximity = nabijheid
  • public = openbaar
  • quadruple room = kamer voor 4 personen
  • rampart = vestingmuur
  • resident = bewoner, inwoner
  • soothing = kalmerend
  • stock = voorraad
  • stroll = wandeling
  • undertake = uitvoeren
  • vending machine = (verkoop)automaat
  • volunteer = vrijwilliger