Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • anyone else = iemand anders
  • enough = genoeg
  • half = de helft
  • rent = huren
  • row = rij
  • sold out = uitverkocht
  • steal - stole - stolen = stelen - stal - gestolen
  • win - won - won = winnen - won - gewonnen
  • choose - chose - chosen = kiezen - koos - gekozen
  • decide = besluiten / beslissen
  • good fun = hartstikke leuk
  • nephew = neef
  • radio = radio
  • several = diverse / verscheidene
  • solve = oplossen
  • song = nummer / liedje
  • suggest = voorstellen
  • vote for = stemmen op
  • battle = gevecht / strijd
  • comic = strip / stripverhaal
  • empty = leeg
  • fight - fought - fought = vechten - vocht - gevochten
  • heart = hart
  • hero = held
  • impossible = onmogelijk
  • Japanese = Japans
  • keep - kept - kept = houden - hield - gehouden / vasthouden - hield vast - vastgehouden
  • lose - lost - lost = verliezen - verloor - verloren
  • the East = het oosten
  • a thousand = duizend
  • catch - caught - caught = vangen - ving - gevangen
  • clean = schoon
  • cost - cost - cost = kosten - kostte - gekost
  • disgusting = walgelijk
  • forever = voor altijd
  • loud = hard / luid
  • pay - paid - paid = betalen - betaalde - betaald
  • stay at home = thuisblijven
  • throw - threw - thrown = gooien - gooide - gegooid