EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Engels
Malmberg
All right!
1e editie
All right1-3hv
AllRight1-3hv-H1-EN ->
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Engels
Nederlands
apologise
=
zich verontschuldigen
divert
=
omleiden
air traffic
=
luchtverkeer
runway
=
start- en landingsbaan
remain seated
=
blijven zitten
procedure
=
procedure / handelingen
tray-table
=
tafeltje in vliegtuigstoel
declare
=
aangeven bij douane
illegal
=
onwettig / illegaal
substance
=
vaste stof of vloeistof
line
=
lijn van de ondergrondse
exchange
=
uitwisselen
stamp
=
afstempelen
decent
=
fatsoenlijk / lekker
user-friendly
=
gebruiksvriendelijk
packed with
=
vol met
hostel / guest house
=
pension
self-catering
=
zelf voor maaltijden zorgen
bed and breakfast
=
pension / b&b
break
=
vakantie
resort
=
vakantieoord
destination
=
bestemming
tour operator / travel company
=
reisorganisatie
sensitive to
=
gevoelig voor / bewust van
cash in
=
makkelijk geld verdienen aan
contribution
=
bijdrage
self-esteem
=
eigenwaarde
pitch
=
sportveld / veld
currency
=
valuta / munt
further
=
verder / nadere
rural
=
plattelands- / landelijk
steam
=
stomen
gathering
=
bijeenkomst
shore
=
kust
turtle
=
waterschildpad / schildpad
traffic jam
=
file
in peace
=
rustig / in alle rust
chilly
=
fris / koud
clear
=
weggaan / opentrekken
outlook
=
vooruitzicht / verwachting
road works
=
wegwerkzaamheden
junction
=
afslag / afslag van snelweg / afrit
generally
=
over het algemeen
in operation
=
in gebruik
shut down
=
sluiten
through train
=
doorgaande trein
personal belongings
=
persoonlijke eigendommen
inconvenience
=
ongemak
regret
=
spijt hebben / betreuren
underneath
=
onder
cut
=
snijwond
plaster
=
pleister
wound dressing
=
verbandmateriaal / verband
contaminated
=
besmet
ease
=
afnemen / minder worden
sunburn
=
zonnebrand
by any chance
=
toevallig
safari
=
safari
spaces
=
plaatsen
trekking
=
een trektocht maken
experience
=
ervaren / beleven
unspoilt
=
onbedorven
wilderness
=
wildernis / woesternij