Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • concerns = zorgen
  • vehicle = voertuig
  • sketch = schets
  • familiar = bekend / bekende
  • scientist = wetenschapper
  • evil = het kwaad / kwaad
  • environment = milieu / omgeving
  • upside down = ondersteboven
  • stunning = fantastisch / te gek
  • secret = geheim / geheime
  • male = mannelijk / mannelijke
  • female = vrouwelijk / vrouwelijke
  • shadow = schaduw
  • dye = verven / textielverf
  • chemist = apotheker / drogist
  • rubber band = elastiek / elastiekje
  • tight = strak / strakke
  • spot = plaats / plaatsje / plek / plekje
  • stir = roeren
  • hardware store = ijzerwarenhandel / ijzerhandel
  • edge = rand
  • assemble = monteren
  • imagination = verbeelding
  • waterproof = watervast / watervaste
  • fake = namaak / nep
  • sponge = spons
  • leaf = blaadje / blad
  • fame = roem / bekendheid / beroemdheid
  • current = van nu / actueel
  • joy = vreugde
  • superstition = bijgeloof
  • major = belangrijk / belangrijke / groot / grote
  • used to = vroeger / was vroeger
  • autograph = handtekening
  • study law = rechten studeren / studeren recht / studeren rechten
  • appearance = uiterlijk
  • rent = huur
  • kind of = best wel / best
  • multicultural = multicultureel
  • to be honest = om eerlijk te zijn
  • in fact = eigenlijk / in feite