Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • pleasure = plezier
  • cold = koud
  • fire = vuur / brand
  • French = Frans
  • give = geven
  • ice = ijs
  • jacket = jas / jasje
  • language = taal
  • outside = buiten
  • reason = reden
  • say = zeggen
  • snow = sneeuw
  • sound = klinken
  • until = tot
  • answer = antwoord
  • car = auto
  • dance = dansen
  • delicious = heerlijk
  • different = verschillend
  • dress = jurk
  • evening = avond
  • hurry / hurry up = zich haasten / haasten
  • learn = leren
  • perform = optreden / opvoeren
  • question = vraag
  • stupid = stom / dom
  • tonight = vanavond
  • visit = bezoeken
  • wrong = fout / verkeerd
  • closed = gesloten / dicht
  • dessert = toetje / dessert
  • for example = bijvoorbeeld
  • Happy New Year! = Gelukkig Nieuwjaar!
  • meal = maaltijd
  • mean = betekenen / bedoelen
  • Merry Christmas = Vrolijk Kerstfeest
  • New Year's Day = Nieuwjaar / nieuwjaarsdag
  • pancake = pannenkoek
  • present = cadeau
  • summer holiday = zomervakantie
  • temple = tempel
  • the weather = het weer
  • usually = gewoonlijk / doorgaans
  • vegetable = groente
  • watch = kijken naar
  • about = rond / ongeveer
  • again = opnieuw / nog een keer
  • fancy = leuk vinden
  • grandparents = grootouders