Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • alley = steeg
  • area code = kengetal / netnummer
  • bakery = bakkerij
  • booming = zeer snel groeiend
  • cancel = annuleren
  • charity = liefdadigheid
  • clay = klei
  • come = komen
  • current = huidig
  • depend on = afhangen van
  • difficult = moeilijk
  • donate = geven / doneren
  • enquiries = vragen
  • factory = fabriek
  • gig / perform = optreden
  • government = overheid
  • granddad = grootvader
  • grandparents = grootouders
  • hold the line = aan de lijn blijven
  • leather = leer
  • mosque = moskee
  • musician = muzikant
  • narrow = smal
  • necessary = noodzakelijk / nodig
  • part = onderdeel
  • patient = geduldig
  • payment = betaling
  • percent = procent
  • poverty = armoede
  • send = sturen
  • shame = jammer
  • slum = krottenwijk
  • spirit = levenslust / energie
  • suburb = buitenwijk
  • support = steunen
  • tidy = opruimen
  • urgent = dringend
  • visitor = bezoeker