Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • admission = toegang
  • adults = volwassenen
  • battle = strijden
  • castle = kasteel
  • cell phone / mobile / mobile phone = mobieltje / mobiel / mobiele telefoon
  • change = wisselgeld
  • contestant = deelnemer
  • crime = misdaad
  • decide = beslissen
  • die = doodgaan / sterven / overlijden
  • explosion = ontploffing / explosie
  • fine = prima
  • fisherman = visser
  • join = meedoen met
  • language = taal
  • lead = leiden
  • life = het leven / leven
  • moving = ontroerende
  • only = slechts
  • puppet = pop / marionet
  • Russia = Rusland
  • stay = verblijven
  • subtitles = ondertiteling / ondertitels
  • terrifying = verschrikkelijke / vreselijke
  • too = ook
  • violin = viool