Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • argument / fight = ruzie
  • caring = zorgzame
  • celebrity = beroemd persoon
  • charity = liefdadigheid
  • charts = hitlijst
  • complain = klagen
  • disappointed = teleurgesteld
  • honour = eer
  • impression = indruk
  • judges = juryleden
  • record = opnemen
  • runner-up = nummer twee
  • though = echter
  • attic = zolder
  • crime = misdaad
  • divorced = gescheiden
  • dressed = gekleed
  • impossible = onmogelijk
  • part = rol
  • receive = ontvangen
  • rescue = redden
  • return = terugkeren
  • revenge = wraak
  • spouse = echtgenote
  • within = binnen
  • annual = jaarlijks
  • make arrangements = regelen
  • outing = uitje
  • application form = aanmeldingsformulier
  • apply = zich aanmelden
  • attach = bijvoegen
  • be eligible = in aanmerking komen
  • consent / permission = toestemming
  • fill out = invullen
  • frighten = bang maken
  • gender = geslacht
  • get in touch = contact opnemen
  • guardian = voogd
  • look after = zorgen voor
  • own = bezitten
  • parrot = papegaai
  • rude = onbeleefd
  • sign = ondertekenen
  • struggle = worstelen
  • take part = deelnemen
  • unusual = ongewoon