Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • accompany = vergezellen
  • anticipate = voorzien
  • banquet = banket
  • be on the look-out for = op zoek zijn naar
  • crack = ontcijferen
  • cubicle = werkplek
  • go into a sulk = chagrijnig worden
  • guardian = bewaker
  • have your pick = voor het uitzoeken hebben
  • housing = onderdak
  • job fair = banenmarkt
  • look the part = perfect eruitzien
  • plug holes = gaten dichten
  • power grid = elektriciteitsnet
  • pre-schedule / schedule = inplannen
  • slip = stiekem geven
  • vulnerability = zwakheid
  • warrior = krijger
  • annual leave = verlofdagen
  • be eligible for = in aanmerking komen voor
  • child labour law = wet op de kinderarbeid
  • compensate = vergoeden
  • dictate = bepalen
  • enhance = verbeteren
  • health and safety regulations = Arbo-wetgeving
  • licensed premises = gelegenheid met drankvergunning
  • load = lading
  • National Insurance number = burgerservicenummer
  • new entrant = nieuwe medewerker
  • recognised industry training = erkende branche opleiding
  • regulation = voorschrift
  • restriction = beperking
  • stationery products = kantoorbenodigdheden
  • stocktaking = de inventaris opmaken
  • subject to = afhankelijk van
  • terms and conditions = algemene voorwaarden
  • undertake = op zich nemen
  • written employment agreement = schriftelijke arbeidsovereenkomst
  • ace = met vlag en wimpel slagen
  • benefits = secundaire arbeidsvoorwaarden
  • enclosure = omheinde ruimte
  • impeccable = onberispelijk
  • net-savvy = handig met internet
  • physical shape = lichamelijke conditie
  • premier = belangrijkste
  • put your best foot forward = je beste beentje voor zetten
  • acquaintance = kennis
  • be a recipe for failure = gedoemd zijn te mislukken
  • blank space = leeg vak
  • block capitals = blokletters
  • contextual advertisement = advertentie op een webpagina
  • crumple = kreukelen
  • dependable = betrouwbaar
  • does not apply / not applicable = niet van toepassing
  • enterprising = ondernemend
  • fact sheet = informatieblad
  • illegible = niet leesbaar
  • legible = leesbaar
  • previous = voorgaand
  • proofread = nalezen
  • prospective = toekomstige
  • sloppy = slordig
  • TLC = liefdevolle verzorging
  • wrinkle = kreuken