EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Engels
Malmberg
Of course!
Of course2-4havo
Ofcourse2-4h-H2-EN ->
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Engels
Nederlands
appropriately
=
toepasselijk
corporation
=
bedrijf / onderneming
to diagnose
=
vaststellen
edition
=
druk / oplage
to enrol
=
iemand inschrijven
to face
=
onder ogen zien / omgaan met
geared towards
=
gericht op
intervention
=
tussenkomst/ ingreep
kindergartner
=
kleuter
retreat
=
weekendverblijf / verblijf
to adapt
=
zich aanpassen
applicant
=
sollicitant
board and lodging
=
kost en inwoning
civil servant
=
ambtenaar
to condemn
=
veroordelen / sterk afkeuren
confidential
=
vertrouwelijk / confidentieel
to be convicted
=
veroordeeld zijn / schuldig bevonden zijn
counsellor
=
therapeut / welzijnswerker
decline
=
afname
to decrease
=
afnemen / dalen
deputy
=
waarnemend / plaatsvervangend
to deter
=
afschrikken
deterrent
=
afschrikmiddel
to be entitled to
=
recht hebben op
to exclude
=
uitsluiten
extensively
=
uitgebreid
fracture
=
botbreuk / breuk
to fracture
=
breken
involuntary
=
onopzettelijk
to monitor
=
controleren / in de gaten houden
to be opposed to
=
tegen zijn
option
=
keuze / optie
reassured
=
gerustgesteld
reference
=
referentie / getuigschrift
to retain
=
behouden / vasthouden aan
school fee
=
schoolgeld
to submit oneself to
=
zich onderwerpen aan
to tempt
=
verleiden
complexion
=
gelaatskleur
entire
=
heel
to postpone
=
uitstellen
relieved
=
opgelucht
restricted
=
beperkt
to adore
=
aanbidden
to alienate
=
vervreemden
apron
=
schort
to chatter
=
kakelen / kwebbelen / kletsen
content
=
tevreden
Duchess
=
hertogin
filthy
=
vuil / vies / smerig
hospitable
=
gastvrij
incompatible
=
onverenigbaar
nickname
=
bijnaam
to patch up
=
verbeteren
to put somebody up
=
iemand onderdak geven
rag
=
lap / doek / vod
recording
=
opname
to turn up
=
op komen dagen
convenient
=
gemakkelijke
to delete
=
verwijderen / weghalen
to disconnect
=
afsluiten
to eliminate
=
uitsluiten / buitensluiten
to facilitate
=
makkelijker maken
freightliner
=
vrachtschip
gateway
=
poort / toegang
to launch
=
op de markt brengen
nutrition
=
voedingsleer
preceded by
=
voorafgegaan door
prior to
=
voorafgaand aan
potential
=
mogelijkheden
to register with
=
inschrijven bij
to reject
=
afwijzen
to schedule
=
plannen
strain
=
spanning / druk
uninhibited
=
ongeremd / vrij
unrestricted
=
onbeperkt
witty
=
geestig / grappig
exhaustive
=
grondig / uitgebreid
to supervise
=
controleren / toezicht houden op
troublesome
=
lastig / vervelend
scornful
=
minachtend
to torment
=
kwellen