EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Engels
Malmberg
Of course!
Of course2-4vwo
Ofcourse2-4v-H6-EN ->
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Engels
Nederlands
collaboration
=
samenwerking
core
=
kern
to have an impact on
=
grote invloed hebben op / effect hebben op
armoury
=
wapenrusting
at a stroke
=
in één keer / ineens
to be charged with
=
iemand de taak geven / iemand de verantwoordelijkheid geven
to fulminate against
=
heftig uitvaren tegen / fel bekritiseren
to infringe on
=
schenden / inbreuk plegen op
to put off
=
afschrikken
substance
=
drugs of alcohol / alchohol of drugs / drugs
backbone
=
ruggengraat
complexion
=
gelaatskleur
to fade
=
geleidelijk verdwijnen
persistence
=
volharding
primary
=
eerste / voornaamste
headmaster
=
hoofd / directeur / schoolhoofd
to promote
=
reclame maken voor / bevorderen
to retain
=
bewaren / behouden
stable
=
stal
drawbacks
=
nadelen
to exceed
=
overtreffen
expenses
=
kosten / onkosten
inquisitive
=
nieuwsgierig
invaluable
=
van onschatbare waarde / zeer waardevol
livelihood
=
levensonderhoud
option
=
keuze / mogelijkheid
possessions
=
bezittingen
rash
=
overhaast / overijld
to recommend
=
aanbevelen
resourceful
=
vindingrijk
to suppress
=
onderdrukken
to unify
=
verenigen / tot één maken
worthwhile
=
de moeite waard
abyss
=
afgrond
to administer
=
opleggen
allure
=
aantrekkingskracht
aptitude
=
aanleg / talent
current
=
stroom
derogatory
=
kleinerend / vernederend
descent
=
afkomst
to devastate
=
vernietigen / uitroeien
to dwindle
=
kleiner worden / afnemen / minder worden
genocide
=
volkerenmoord / rassenmoord
indigenous
=
autochtoon / inheems
inhospitable
=
onvriendelijk / ongastvrij
judicial
=
rechterlijk
malevolent
=
kwaadwillig / boosaardig
malice
=
kwaadaardigheid
outpourings
=
ontboezemingen
perpetrator
=
dader
to ponder
=
serieus nadenken over
rejects
=
mislukkelingen / uitschot
reprisal
=
vergelding
scholarly
=
wetenschappelijk
self-consciousness
=
zelfbewustzijn
a smear
=
een vlek / een smet
subsequent
=
erop volgend / later
whilst
=
terwijl
lunatic
=
krankzinnige