EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Engels
Malmberg
Of course!
Of course2-5vwo
Ofcourse2-5v-H1-EN ->
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Engels
Nederlands
to assess
=
beoordelen (van waarde, kwaliteit) / beoordelen
to contemplate
=
overwegen om / overwegen
credit
=
studiepunt
drudgery
=
eentonig werk
educationalist
=
onderwijsdeskundige
innovation
=
vernieuwing
quaint
=
ouderwets / ongewoon (op een aantrekkelijke manier) / ongewoon
to revolutionise
=
radicaal veranderen
tuition
=
onderwijs (vooral aan weinig personen) / onderwijs
to usher in
=
inluiden / inluiden van iets nieuws
to comply with
=
zich houden aan (voorschriften, regels) / zich houden aan
contractor
=
aannemer
to curb
=
in bedwang houden
dental decay
=
tandbederf
implementation
=
tenuitvoerlegging
implication
=
gevolg
indecision
=
besluiteloosheid
to issue
=
uitbrengen / naar buiten brengen
nutritional
=
voedings
outright
=
geheel / totaal
provision
=
levering
regulation
=
voorschrift
vending machine
=
verkoopautomaat / automaat
exponential
=
zeer snel / steeds sneller
foremost
=
meest vooraanstaand
imbedded
=
ingebed / ingebracht
inexorable
=
onverbiddelijk
mesh
=
gecompliceerd(e) situatie of systeem
seamless
=
perfect werkend / naadloos
beneficial
=
nuttig / heilzaam
consistent
=
consequent
consistent with
=
kloppend met
to disseminate
=
verspreiden (informatie, kennis) / verspreiden
epithet
=
negatieve benaming / benaming
graphic
=
duidelijk en gedetailleerd
to implement
=
in praktijk brengen
to infringe
=
inbreuk maken op
at jeopardy
=
in gevaar
mandatory
=
verplicht (volgens de wet) / verplicht
proliferation
=
plotselinge toename
realm
=
wereld van (bep. activiteit, kennis) / wereld van
smut
=
smerigheid (van verhalen, plaatjes) / smerigheid
to aid
=
helpen / steunen
cluttered
=
volgepropt
fervour
=
enorm enthousiasme / enorme passie
fraternity (AE) / fraternity
=
studentenclub voor mannen
outlet (AE) / outlet
=
winkel die een bep. merk verkoopt
to outmaneuver (AE) / to outmaneuver
=
te slim af zijn
pharmacy
=
apotheek
a run of
=
een serie
savvy
=
gewiekst / kennis van zaken hebbend
to scour
=
grondig doorzoeken
to snap up
=
op de kop tikken / te pakken krijgen
to spawn
=
voortbrengen / produceren
spot check
=
onverwachte controle
to subvert
=
ondermijnen
wary
=
op zijn hoede voor
blemish
=
onvolkomenheid
icon
=
iets wat symbool staat voor een bepaalde periode
keenly
=
heel / zeer
prom (AE) / prom
=
schoolgala
to weld
=
lassen
to recruit
=
werven
license
=
vrijheid / toestemming
insistent
=
dringend
grisly
=
weerzinwekkend / verschrikkelijk
re-enactment
=
het opnieuw spelen / heropvoering / heropvoeren
retaliation
=
vergeldingsmaatregel / vergeldingsmaatregelen tegen
to evict
=
uitzetten (uit een land) / uitzetten
to cast
=
kiezen voor een rol in een film
contenders
=
mededinger / rivaal
bantering
=
plagerig
rueful
=
treurig
perpetual
=
onophoudelijk / eeuwig