EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Engels
Malmberg
Of course!
Of course2-5vwo
Ofcourse2-5v-H5-EN ->
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Engels
Nederlands
access to
=
toegang tot / toegang
to amend
=
veranderen / aanpassen
anecdotal
=
niet gebaseerd op feiten
backbencher
=
een weinig vooraanstaand Lagerhuislid
to concede
=
toegeven
to ensure
=
garanderen
to fuel
=
sterker maken / aanwakkeren
to hinge on
=
afhangen van
impact
=
invloed / schokeffect
to make the grade
=
overgaan / de overgangsnorm halen / de overgangsnorm behalen
to opt out of
=
zich terugtrekken / niet meer deelnemen aan
quota
=
maximum aantal / aantal
potential
=
mogelijkheden
seminar
=
werkbespreking
to spark
=
plotseling veroorzaken
to target
=
gericht zijn op
trust
=
organisatie / instelling
to urge
=
aansporen / aanzetten
akin to
=
gelijk aan
to convert
=
veranderen
to elevate
=
verhogen / bevorderen (vaak meer dan men verdient) / bevorderen
enhancement
=
verbetering (van kwaliteit of status, bijv.) / verbetering
lore
=
mondelinge overlevering
to meddle in
=
zich bemoeien met
to pressure / to pressurize
=
onder druk zetten
coherent
=
samenhangend
to combat
=
bestrijden
credibility
=
geloofwaardigheid
to discredit
=
in opspraak brengen
expulsion
=
verwijdering
premises
=
gebouw en terrein
prevalent
=
gangbaar (op / in een bep. plaats / tijd) / gangbaar
to make sense of
=
begrijpen (iets wat moeilijk is / lijkt) / begrijpen
veneer
=
dun laagje (lett. en fig.) / dun laagje
blasphemy
=
laster / godslastering
constraint
=
beperking
convention
=
gebruik / gewoonte
to depict
=
voorstellen / afbeelden
dormant
=
slapend
to equate
=
vergelijken / gelijkstellen
to exploit
=
misbruik maken van
to incite
=
aansporen / opwekken
incomprehension
=
onbegrip / het niet kunnen begrijpen
judicial
=
gerechtelijk
libel
=
laster / valse beschuldiging
obscenity
=
onzedelijkheid / schunnigheid
to outlaw
=
verbieden
to pose
=
doen alsof je … bent / doen alsof
privilege
=
voorrecht
to temper
=
minder hard maken
applicable to
=
gelden voor
to caution
=
waarschuwen (voor de problemen van iets) / waarschuwen
to chair
=
voorzitter zijn
quest
=
lange zoektocht
review
=
heroverweging
rigorous
=
zorgvuldig en grondig
designer baby
=
baby op bestelling
to devalue
=
in waarde dalen
explicitly
=
duidelijk
to juggle
=
verschillende activiteiten tegelijk doen
sibling
=
broer / zus