EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Engels
Malmberg
Of course!
Of course3-4vwo
Ofcourse3-4v-H1-NE (Nieuw)
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Engels
Nederlands
to encourage
=
aanmoedigen
to assume
=
aannemen
to urge
=
aansporen
exhausting
=
afmattend
bruise
=
blauwe plek
fuel
=
brandstof
off
=
buiten / uit
to be ahead of
=
voorliggen op
shortly before
=
even voor
mental
=
geestelijk
well-suited
=
geschikt
spirit
=
gevoel
harbour
=
haven
current
=
huidig
breakdown
=
ineenstorting
entrance
=
ingang
physical
=
lichamelijk
Prime Minister
=
minister-president
abuse
=
misbruik
harmless
=
ongevaarlijk
to survive
=
overleven
attempt
=
poging
live
=
rechtstreeks
pink
=
roze
to flock
=
samenkomen
harmful
=
schadelijk
creature
=
schepsel
voyage
=
tocht / reis
to cheer
=
toejuichen
to battle
=
vechten tegen
boredom
=
verveling
neglect
=
verwaarlozing
tearful
=
vol tranen
maturity
=
volwassenheid
to gather
=
zich verzamelen
care
=
zorg
oxygen
=
zuurstof
performer
=
artiest / uitvoerder
except
=
behalve (uitgezonderd) / behalve
apart from
=
behalve (uitgezonderd) / naast
need
=
behoefte
chief
=
belangrijkste / hoofd
awareness
=
besef / bewustzijn
to confirm
=
bevestigen
to participate in
=
deelnemen aan
cause / goal
=
doel
to continue
=
doorgaan
selfish
=
egoïstisch
event
=
gebeurtenis / voorval
community
=
gemeenschap
to be hit by
=
geraakt worden door
to witness
=
getuige zijn van
result
=
gevolg
large-scale
=
grootschalig
including
=
inclusief / inbegrepen
to raise
=
inzamelen / verhogen
vulnerable
=
kwetsbaar
member
=
lid
to underestimate
=
onderschatten
to support
=
ondersteunen / steunen
survey
=
onderzoek
uncommon
=
ongebruikelijk
break
=
pause
crew
=
team / bemanning
challenge
=
uitdaging
today's
=
van tegenwoordig
to be compared to
=
vergelijken met / vergeleken met
variety of
=
verscheidenheid aan
adult
=
volwassene
in particular
=
vooral / in het bijzonder
to volunteer
=
vrijwillig iets doen
value
=
waarde
quite
=
zeer / heel
to care for
=
zorgen voor
decline
=
achteruitgang
occasionally
=
af en toe
primary school
=
basisschool
reward
=
beloning
to judge
=
beoordelen
to achieve
=
bereiken
celebrity
=
beroemdheid
available
=
beschikbaar
involved
=
betrokken
to claim
=
beweren
to contribute to
=
bijdragen aan
to turn out
=
blijken (te zijn) / blijken
things that matter
=
dingen die ertoe doen
end in itself
=
doel op zich
by means of
=
door middel van
a 15-year-old boy
=
een 15-jarige jongen
to play a part
=
een rol spelen
the day before yesterday
=
eergisteren
property
=
eigendom
behaviour
=
gedrag
to have in common
=
gemeen hebben
fence
=
hek
to recognize
=
herkennen
It's part of the game.
=
Het hoort er nu eenmaal bij.
aged 10 to 25
=
in de leeftijd van 10-25 jaar
impact
=
invloed
annual
=
jaarlijks
You've hit the nail on the head.
=
Je slaat de spijker op zijn kop.
to complain
=
klagen
matter
=
kwestie
slight
=
licht / klein
rude
=
lomp / onbeleefd
majority
=
meerderheid
musician
=
muzikant
to approach
=
naderen
to copy
=
nadoen
extent
=
omvang
subject
=
onderwerp
education
=
onderwijs
cause and effect
=
oorzaak en gevolg
to put forward
=
opperen
venue
=
plaats van optreden
wealth
=
rijkdom
gossip
=
roddel
fame
=
roem
flavour
=
smaak
determined
=
vastbesloten
waste
=
verkwisting
especially
=
vooral
lousy
=
waardeloos
to refuse
=
weigeren
to whine
=
zeuren
to imagine
=
zich voorstellen / verbeelden
to feel like
=
zin hebben om
as well as
=
zowel ... als
to determine
=
bepalen