Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • recommendation = aanbeveling
  • clue = aanwijzing
  • episode = aflevering
  • all in all = alles bij elkaar
  • understanding = begripvol
  • modesty = bescheidenheid
  • enclose = bijsluiten
  • frankly = eerlijk gezegd
  • post = functie
  • vivid = helder
  • abandon = in de steek laten
  • included = inbegrepen
  • last = jl. / jongstleden
  • catalyst = katalysator
  • form = klas
  • vulnerable = kwetsbaar
  • wages = loon
  • moderate = matig
  • employee = medewerker
  • ungrateful = ondankbaar
  • accommodation = onderdak
  • irregular = onregelmatig
  • incoherent = onsamenhangend
  • distress = pijn en verdriet
  • travelling expenses = reiskostenvergoeding
  • apply for = solliciteren naar
  • at times = soms
  • fluency = spreekvaardigheid
  • what's more = sterker nog
  • grieve = treuren
  • mourn = treuren over
  • disintegrate = uit elkaar vallen
  • outcome = uitslag / uitkomst
  • cling to = zich vasthouden aan
  • furthermore = verder / bovendien
  • narrate = vertellen
  • adequate = voldoende
  • virtually = vrijwel / zo goed als
  • school of pre-university education = vwo
  • the bottom line = waar het op neerkomt
  • with regard to = wat betreft