Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • apologist = iemand die iets verdedigt
  • autopsy = sectie / lijkschouwing
  • bland = mild / zacht
  • buggy = besmet / met veel bugs
  • buzz = geroezemoes
  • clutter = warboel / rommel
  • designate = aanwijzen / bestemmen
  • dissect = ontleden
  • endearing = innemend
  • flutter = geknipper
  • fraught with = vol van
  • grasp = begrijpen
  • grind to a halt = langzaam tot stoppen komen
  • humanoid = mensachtig
  • hypothesize = veronderstellingen maken
  • ineffable = onuitsprekelijk
  • interact = contact hebben / communiceren
  • masquerade = zich vermommen
  • pivot = draaien
  • pristine = ongerept
  • strive for = streven naar
  • studded with = bezaaid met
  • stumble = struikelen
  • ancestral = voorouderlijk
  • assault = aanval / plotselinge aanval
  • clamp down on = stevig aanpakken
  • conveyor belt = lopende band
  • damn = fel bekritiseren / veroordelen
  • dumpster = container / vuilniscontainer
  • forage = zoeken naar / zoeken naar vooral eten
  • manifest = zichtbaar / overduidelijk
  • perceive = waarnemen / zien
  • protein = eiwit
  • pry into = zijn neus steken in
  • reassess = heroverwegen
  • replenish = aanvullen
  • resolute = vastberaden / doortastend
  • rocket = snel stijgen
  • rule out = uitsluiten
  • scant = karig / schraal
  • standing = reputatie / status
  • sweeping = verstrekkend / ingrijpend
  • trivial = onbeduidend
  • unsettled = onzeker
  • adherent = aanhanger
  • affiliation = band / verwantschap
  • assimilate = opnemen
  • bemused = verbaasd
  • coherent = samenhangend
  • commodity = handelsartikel
  • in compliance with = overeenkomstig
  • disposal = verwijdering / opruiming
  • enact = in werking stellen
  • incite to = aanzetten tot
  • initiate = het initiatief nemen voor
  • landfill = stortplaats
  • multiple = divers / veelsoortig
  • outweigh = zwaarder wegen dan
  • pitfall = valkuil
  • pollutant = vervuiler
  • pressure = druk
  • public domain = voor iedereen beschikbaar
  • shred = versnipperen
  • sift through = uitpluizen / onderzoeken
  • trace = nagaan waar het vandaan komt
  • administration = regering
  • advent = komst
  • albeit = ofschoon / zij het
  • asteroid = klein hemellichaam
  • conserve = in stand houden
  • convert = verbouwen
  • dispel = verdrijven
  • extradite = uitleveren
  • fabrication = verzinsel
  • frigid = ijskoud / kil
  • frontier = grens
  • heartening = opbeurend / hartverwarmend
  • legacy = nalatenschap / erfenis
  • malfunction = haperen / niet goed werken
  • prodigious = enorm
  • range = variĆ«ren
  • shelve = op de plank zetten
  • spin-off = nevenresultaat / nuttig nevenresultaat
  • stationary = stilstaand
  • surface = aan de oppervlakte komen
  • telling = treffend
  • vantage point = gezichtspunt
  • venture = onderneming / waagstuk
  • alter = wijzigen / veranderen
  • atrocities = wreedheden
  • condition = aandoening
  • deluge = stortvloed
  • density = dichtheid
  • detergent = wasmiddel
  • discontent = ontevredenheid
  • dogged = vasthoudend / hardnekkig
  • embark on = beginnen aan / beginnen aan iets nieuws
  • encounter = geconfronteerd worden met
  • fend for = opkomen voor
  • immersion = onderdompeling
  • in a haphazard way = lukraak
  • inflict on somebody = iemand aandoen / iemand iets aandoen
  • pervasive = doordringend
  • pilot episode = proefaflevering
  • prescription drugs = medicijnen op recept
  • preservation = bewaren / het bewaren
  • resent = boos zijn over / iemand iets kwalijk nemen
  • retailer = winkelier
  • reversal = ommekeer
  • sizeable = behoorlijk groot
  • without further ado = zonder verder tijd te verspillen