EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Engels
Malmberg
Of course!
Of course3-6vwo
Ofcourse3-6vwo-H7-EN ->
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Engels
Nederlands
accountable
=
verantwoordelijk
all-embracing
=
allesomvattend
allowance
=
toelage
benevolent
=
vriendelijk / welwillend
bicker
=
kibbelen
confer
=
verlenen / toekennen
default
=
standaard
derogatory
=
beledigend en afkeurend
disdain
=
minachtig
disposition
=
aard / karakter
durable
=
duurzaam
enviable
=
benijdenswaardig
fringe
=
bijkomend / extra
hallmark
=
kenmerk
injunction
=
bevel
lapse
=
tijdelijke terugval
plaintiff
=
aanklager / eiser
presumption
=
vermoeden
privilege
=
voorrecht
status quo
=
bestaande situatie
transgress
=
overtreden
avaricious
=
hebzuchtig
blemish
=
smet / vlek
blunt
=
bot
cram
=
volproppen
cite
=
citeren / aanhalen
contemplate
=
overwegen om
contender
=
kandidaat
crooked
=
corrupt
curb
=
inperken / terugdringen
enrol
=
zich inschrijven
foremost
=
meest vooraanstaand
jeopardize
=
in gevaar brengen
lament
=
betreuren
outright
=
regelrecht
prevail
=
zegevieren / de overhand hebben
resentful
=
verbitterd / boos
seamless
=
naadloos / probleemloos
spawn
=
genereren / voortbrengen
stupify
=
verbijsteren / compleet verbazen
vet
=
controleren / controleren van een tekst
adversary
=
tegenstander
agile
=
lenig
alliance
=
verbond
clergy
=
geestelijken
conducive to
=
bevorderlijk voor
counterpart
=
ambtsgenoot / tegenhanger
dispute
=
geschil
draft
=
concept / kladversie
evoke
=
oproepen
extenuating / mitigating
=
verzachtend
forge
=
ontwikkelen
glare
=
boos kijken
incite to / stir up
=
aanzetten tot
intriguing
=
boeiend / intrigerend
laudable
=
prijzenwaardig
leap
=
sprong
looting
=
plunderen
magnitude
=
grootte / omvang
plagiarism
=
plagiaat
repressive
=
onderdrukkend
secular
=
wereldlijk / niet-kerkelijk
alteration
=
verandering
altruistic
=
onzelfzuchtig / niet-egoïstisch
buzz
=
opwinding
clamber
=
klauteren
compassionate
=
medelevend
cue
=
hint / signaal
feckless
=
zwak / ongeïnteresseerd
foster
=
aanmoedigen
have overdraft
=
rood staan
be imbued with
=
vervuld zijn van
indispensable
=
onmisbaar
lay off
=
ontslaan
muddle
=
in de war brengen
pampered
=
verwend
peril
=
gevaar
predecessor
=
voorganger
relief
=
hulp
retain
=
behouden
snappish
=
snauwerig
stabbing
=
steken / steken met een mes
substantiate
=
bevestigen / bewijzen
telling
=
treffend
torment
=
kwellen / pijnigen
uprising
=
opstand
articulate
=
duidelijk / duidelijk verwoord
audacious
=
gedurfd
beneficial
=
gunstig
chair
=
voorzitter zijn van / voorzitten
conclusive
=
eenduidig / beslissend
contemporary
=
tijdgenoot
disposable
=
wegwerp
dissolve
=
ontbinden
endowment
=
gift
expedite
=
versnellen / bespoedigen
forgo
=
zich onthouden van / zich onthouden van iets leuks
fuel
=
aanwakkeren
incontrovertible
=
onweerlegbaar
indulge
=
zich uitleven
narrative
=
beschrijving / verhaal
ostensibly
=
ogenschijnlijk / kennelijk
pivotal
=
zeer belangrijk / centraal
preliminary
=
voorbereidend
proliferation
=
plotselinge toename
relinquish
=
afzien van / opgeven
sluggish
=
traag
submit
=
inleveren
unsustainable
=
onhoudbaar