Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • to apply = aanbrengen
  • ugly = lelijk
  • the chunk = het stuk
  • the freezer = de diepvriezer
  • the mixture = het mengsel
  • the peanut butter = de pindakaas
  • the pinch = het snufje
  • to pour = schenken
  • smooth out = glad maken
  • the spatula = de spatel
  • to stir = roeren
  • clear = helder
  • the mile = de mijl (1,69 km)
  • overnight = ineens
  • particularly = in het bijzonder
  • rather = nogal
  • the shower = de regenbui
  • though = echter
  • through = door
  • the warning = de waarschuwing
  • altogether = alles bij elkaar
  • apart = apart
  • to approach = benaderen
  • to create = creĆ«ren
  • decrease = afnemen
  • the depth = de diepte
  • the distance = de afstand
  • the earthquake = de aardbeving
  • the height = de hoogte
  • huge = groot
  • to increase = toenemen
  • the ocean = de oceaan
  • ordinary = gewoon
  • the power = de macht
  • powerful = machtig
  • the shore = de kust
  • the speed = de snelheid
  • surprisingly = verrassend
  • the wave = de golf
  • although = hoewel
  • the region = de regio
  • sensible = verstandig
  • awake = wakker
  • because of = omdat
  • the behaviour = het gedrag
  • the essay = het opstel
  • rude = grof
  • the solution = de oplossing