Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • the base = de bodem
  • finally = ten slotte
  • the flour = de bloem
  • meanwhile = ondertussen
  • to mix = mengen
  • the oven = de oven
  • over = over
  • the pepper = de peper
  • the rolling pin = de deegroller
  • the sauce = de saus
  • the spoon = de lepel
  • the top = de bovenkant
  • advanced = gevorderd
  • to attempt = proberen
  • to block = blokkeren
  • the equipment = het gereedschap
  • maximum = maximaal
  • similar = gelijk
  • the ancestor = de voorouder
  • basic = basis
  • common = gemeenschappelijke
  • the culture = de cultuur
  • feature = gebruikmaken van
  • the flow = vloeiendheid
  • the influence = de invloed
  • to inspire = inspireren
  • rarely = zelden
  • the disappearance = de verdwijning
  • the dust cloud = de stofwolk
  • the earth = de aarde
  • either = ook
  • the explanation = de uitleg
  • giant = hele grote
  • the planet = de planeet
  • adhesive = klevend
  • the cabin = de cabine
  • completely = helemaal
  • the difficulty = de moeilijkheid
  • the direction = de richting
  • the force = de kracht
  • the gravity = zwaartekracht
  • opposite = tegenovergesteld
  • alike = op dezelfde manier
  • altogether = alles bij elkaar
  • argue = betogen
  • the basket = de mand
  • bully = pesten
  • to create = creĆ«ren
  • to deposit = deponeren
  • to embrace = omarmen
  • engaged = betrokken
  • the issue = probleem
  • to need = nodig hebben
  • to pick = ophalen
  • responsible = verantwoordelijk
  • to ban = verbannen
  • to contain = bevatten
  • the industry = de industrie
  • the land = het land
  • natural = natuurlijk
  • particularly = in het bijzonder
  • the resource = de grondstof
  • the value = de waarde
  • the area = het gebied
  • the creature comforts = de gemakken
  • to let = laten
  • to live = leven
  • neat = keurig
  • own = bezitten