Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • meeting = vergadering
  • to note = noteren
  • chairman = voorzitter
  • to notify = op de hoogte stellen
  • minutes = notulen
  • minutes secretary = notulist
  • to formulate = formuleren
  • participants = deelnemers
  • overview = overzicht
  • present = aanwezig
  • inventory = inventarisatie
  • absent = afwezig
  • attitude = houding
  • state of affairs = gang van zaken
  • opinion = mening
  • to make a suggestion = een voorstel doen
  • to announce = mededelen
  • to have a meeting = een vergadering houden
  • to emphasise = benadrukken
  • to take the lead = de leiding nemen
  • counter arguments = tegenargumenten
  • points of discussion = agendapunten
  • right to speak = spreekrecht
  • face-to-face conversation = gesprek onder vier ogen
  • diary = agenda
  • to have at your disposal = tot je beschikking hebben