Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • How do you do? = aangenaam
  • to greet = begroeten
  • polite = beleefd
  • client = cliënt
  • colleague = collega
  • formal = formeel
  • conversation = gesprek
  • I’m fine, thank you / Fine, thank you = het gaat goed, dank u
  • How are you? = Hoe gaat het met u?
  • informal = informeel
  • childcare = kinderopvang
  • Nice to meet you / Pleased to meet you = leuk u te ontmoeten
  • to listen = luisteren
  • to meet = ontmoeten
  • excuse me = pardon
  • patient = patiënt
  • nursing home = verpleeghuis
  • to welcome = verwelkomen
  • request = verzoek
  • to prepare = voorbereiden
  • to introduce yourself = voorstellen
  • to ask questions = vragen stellen