Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Engels Nederlands
  • entrepreneur = ondernemer
  • self-reliant = onafhankelijk / zelfredzaam
  • poverty alleviation = armoedebestrijding
  • profitability = winstgevendheid
  • charitable = liefdadigheids
  • to sustain a family = een gezin onderhouden
  • catalyst = katalysator
  • adjacent = aangrenzend
  • water sanitation = waterzuivering
  • mortgage = hypotheek
  • prospect = potentiĆ«le klant / vooruitzicht
  • slowdown = vertraging in groei
  • natural resources = natuurlijke hulpbronnen
  • credit crunch = kredietcrisis
  • entrepreneurial = ondernemers / ondernemend
  • funding = financiering / fondsen / geld
  • to pay debts / to repay debts = schulden afbetalen
  • livelihood = levensonderhoud / middelen van bestaan
  • to complement = aanvullen / complementeren
  • to nominate a candidate = een kandidaat voordragen
  • contribution to = bijdrage aan
  • proposal = voorstel
  • intermediary = tussenpersoon
  • income bracket = inkomensgroep
  • renewable energy = duurzame energie
  • provisions = levensmiddelen
  • financials support = financiĆ«le steun
  • diversification = diversificatie
  • projection = schatting / raming / prognose
  • persistent = aanhoudend